dinsdag 20 oktober 2009

Getipt: Proces-verbaal (J.M.G. Le Clézio)




Hoofdpersonage in 'Proces-verbaal' is Adam Pollo, een jongeman die om mysterieuze redenen een villa aan de Zuid-Franse kust kraakt. Is hij ontsnapt uit het leger of uit een gekkenhuis? De man is in ieder geval een buitenstaander die nauwkeurig de wereld observeert. Hij is een vreemdeling in de trant van Albert Camus' beroemde existentialistische antiheld. Maar Le Clézio verkent Camus' vervreemding breder, en schurkt dichter aan bij Jean-Paul Sartres roman Walging (1938). Vanuit het hoofd van Pollo beschrijft Le Clézio de mensen, de zee, de aarde en haar bewoners alsof het een welhaast wetenschappelijk experiment betreft: uiterst precies, objectief, onbewogen en afstandelijk. Nu en dan ontploft die strikte werkelijkheidsweergave plots, en verandert een supermarkt in 'stuiptrekkende verschuivingen van benen en heupen' en ronken 'de twee doorlopende zaaltjes als motoren'. Eensklaps verbeeldt Polo zich te bevinden 'in een stalen huls, in de cilinder van een motorfiets' en lijkt hij gevangen te zitten 'tussen vier metalen wanden, met, verduistering, geweld, explosies, benzine, en vlammen'. Die groteske markeringen onderlijnen alleen maar hoe de dingen voor Adam Pollo gaandeweg hun herkenbare, vertrouwde schijn en instrumentele waarde verliezen, en de werkelijkheid verandert in absurde materie die bij hem evenwel geen angst of walging oproepen. Voor Pollo is het allemaal volstrekt eender. Soms krijgt die vervreemding een expliciet kafkaiaanse invulling, zeker wanneer Adam bij het doden van een rat eventjes zelf in rat dreigt te veranderen. Weer wat verder, presenteert Le Clézio een koele nouveau-romanachtige beschrijving van de werkelijkheid à la Robbe-Grillet waarin geen plaats is voor psychologische ontwikkeling, personages of een intrige.

Een proces-verbaal is juridisch gesproken een objectieve weergave van de werkelijkheid. Deze roman van Le Clézio toont aan hoe onmogelijk die opgave is: de werkelijkheid bestaat niet buiten de subjectiviteit van de beschrijver en taal kan alles zeggen, ook datgene wat niet waar is. Le Clézio's taal verwart de lezer, maar het einde toont duidelijk aan dat de (literaire) taal net de inzet van dit boek is. 'Proces-verbaal' is helemaal niet de adolescentenroman waarvoor hij versleten wordt. Wel het erg intellectuele debuut van een schrijver die veel gelezen heeft, en zijn pen bij wijze van meesterproef in allerlei soorten inkt doopt: de taal van de existentialisten, van de nouveau-romanciers, van Borges, Kafka en Perec. Le Clézio's hoogstpersoonlijke, bevreemdende literaire verkenning van alle mogelijkheden dwingt respect af, en bewijst dat ambitieuze schrijvers heel vaak ook ambitieuze lezers zijn. (Bron: Bart Van Loo)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten